Gemeente Gouda

Inhoud

Gouda is een stad en gemeente in de provincie Zuid-Holland in Nederland.

De stad ligt in het stedelijk gebied de Randstad en is in inwonertal de 48e gemeente van Nederland en de 12e gemeente van Zuid-Holland. De gemeente telt 71.449 inwoners op een grondgebied van 16,92 km². Gouda heeft een regiofunctie binnen het Groene Hart, waar het qua inwoners de op één na grootste gemeente is (na Alphen aan den Rijn, dat als afzonderlijke stad overigens iets kleiner is).

Gouda ligt bij de samenvloeiing van de rivieren de Gouwe en Hollandse IJssel. Mede dankzij de binnenvaart over deze rivieren groeide Gouda in de middeleeuwen uit tot een belangrijke stad. In 1272 kreeg de stad stadsrechten en aan het eind van de middeleeuwen was Gouda uitgegroeid tot de vijfde stad van Holland. In de binnenstad is nog altijd een groot aantal historische en monumentale gebouwen te vinden, waarvan het Stadhuis en de Sint-Janskerk waarschijnlijk de beroemdste zijn. De stad staat daarnaast bekend om zijn Goudse kaas, die in de zomer verhandeld wordt op de donderdagse toeristische kaasmarkt. Ten slotte geniet Gouda bekendheid door de fabricage van kaarsen, pijpen, Gouds plateel, stroopwafels en de jaarlijkse Kaarsjesavond.

Naamgeving

Gouda werd lange tijd aangeduid onder andere namen als Golde, Die Goude, Ter Goude en Tergouw, alle verwijzend naar de rivier de Gouwe. De Gouwe werd in 1139 voor het eerst vermeld in een oorkonde, onder de Latijnse naam Golda. Hierin werd gesproken over 'nieuwe ontginningen aan de Gouwe': nove culture juxta Goldam. Een oorkonde uit 1178 spreekt van terram quandam juxta Goldam, 'zeker land aan de Gouwe'.

Over de herkomst van de naam Gouwe bestaan meerdere theorieën, maar geen daarvan staat onomstotelijk vast. De naam zou afgeleid kunnen zijn van de algemene benaming 'gouw(e)' voor een rivier met een weg erlangs. Volgens een andere theorie zou de naam slaan op de gouden gloed die het water van de Gouwe, ooit een veenstroom, heeft gehad. 'Golda' zou kunnen zijn voortgekomen uit het Germaanse 'gulda' (goud) + 'ahwõ' (natuurlijke waterloop in zeekleigebied). Deze gloed werd dan veroorzaakt door het veen dat door het heldere water zichtbaar was.

De tot dan toe gebruikelijke naam Golde werd in de middeleeuwen vervormd tot Goude of Ter Goude. In middeleeuwse Latijnse teksten werd de naam geschreven als Gouda, waarmee zowel de rivier als de stad kon worden bedoeld. Mede dankzij humanisten en de geschiedschrijving wist de Latijnse benaming uiteindelijk de naamsvorm 'Ter Goude', die nog lang in gebruik was, te vervangen. Tegenwoordig is Gouda de enige stad in Nederland die zowel officieel als in de volksmond met de Latijnse naamsvorm wordt aangeduid.

Ondanks het grote aantal producten dat sterk verbonden is met Gouda, heeft de stad geen alom bekende bijnaam. Soms wordt gesproken over de Kaasstad, refererend aan de Goudse kaas, maar deze bijnaam is niet enkel aan Gouda voorbehouden. Een andere bijnaam is de Gouwestad, naar de rivier waaraan Gouda zijn naam en bestaan te danken heeft. Deze naam komt onder andere terug in de naam van de regionale televisiezender RTV Gouwestad. Waddinxveen, dat ten noordwesten van Gouda ligt en zich eveneens langs de Gouwe bevindt, wordt wel eens aangeduid als het Gouwedorp.

Gouwenaars worden ook wel Kaaskoppen genoemd, een spotnaam die ook wel voor Alkmaarders en Nederlanders in het algemeen wordt gebruikt. Deze benaming vindt mogelijk zijn oorsprong in Stolwijk en zou niet zijn afgeleid van de kaas zelf, maar aan kaasvaten die door zogeheten koppendraaiers werden vervaardigd. Bij conflicten werden deze kaasvaten als helm op het hoofd gezet.

Geschiedenis

Rond het jaar 1000 was het gebied waar nu Gouda ligt drassig en bedekt met een moerasbos, met daarin kleine riviertjes, zoals de Gouwe. In de 11e en 12e eeuw begon men met het ontginnen van veen ten oosten en westen van de stad en langs de oevers van de Gouwe. In 1143 werd de naam Gouda voor het eerst vermeld in een oorkonde van de graaf van Holland.

In de 13e eeuw werd het riviertje de Gouwe door een kanaal verbonden met de Oude Rijn en de monding in de Hollandse IJssel werd uitgebreid tot een haven. Aan de rand van de stad verrees in de 14e eeuw het kasteel van Gouda, dat de haven moest beschermen. Door deze ontwikkelingen ontstond een vaarroute, die werd gebruikt voor handel tussen Vlaanderen en Frankrijk met Holland en het Oostzeegebied. In 1272 verleende Graaf Floris V stadsrechten aan Gouda, dat inmiddels een belangrijke plaats geworden was.

In 1361 en 1438 richtten stadsbranden grote schade aan in de stad. Zo zouden bij de stadsbrand van 1438 slechts vier huizen gespaard zijn gebleven. Na de verovering van Gouda door de Geuzen op 21 juni 1572 werd het kasteel van Gouda in 1577 gesloopt, om het zo niet in handen te laten vallen van de Spanjaarden bij een eventuele herovering. Het is echter maar de vraag of dit de daadwerkelijke reden van de afbraak was, of dat de Goudse bevolking de oorlog aangreep om zich van het kasteel en haar eigenaar te verlossen. De definitieve afbraak van het kasteel werd pas in 1808 voltooid, toen de Chartertoren werd gesloopt. Nog voordat het kasteel volledig was gesloopt, verrees ter hoogte van de vroegere binnenplaats op de fundering van het kasteel een molen. Nadat deze molen in 1831 was afgebrand, werd deze een jaar later vervangen door de molen 't Slot, die nog altijd overeind staat.

In het laatste kwart van de 16e eeuw had Gouda ernstige economische problemen. In de eerste helft van de 17e eeuw krabbelde de stad weer op en tussen 1665 en 1672 kende de stad zelfs een tijd van grote vooruitgang en bloei. Toen in het rampjaar 1672 echter de Hollandse Oorlog uitbrak kende de stad opnieuw een economische terugval. Hoewel de economie na 1700 nog eenmaal opveerde, zou de terugval uiteindelijk tot ver in de 19e eeuw duren. In 1673 werd Gouda voor de vierde en ergste maal getroffen door de pest. De epidemie kostte 2.995 mensen het leven, ongeveer 20% van de bevolking. Bovendien kreeg Gouda te maken met opstandige boeren uit de omgeving, die in juni 1672 het stadhuis 24 uur lang bezetten.

In de 19e eeuw werden de stadsmuren van Gouda gesloopt; de laatste stadspoort werd in 1854 afgebroken. In deze periode had Gouda ook te maken met cholera-epidemieën, de eerste uitbraak was in 1832 een feit. Onder andere dankzij het aanleggen van een riolering en een waterleidingnet wist men de ziekte aan het eind van de 19e eeuw terug te dringen. Rond diezelfde tijd begon Gouda ook eindelijk te profiteren van het betere economische klimaat. Bedrijven als de Stearine Kaarsenfabriek en de Goudsche Machinale Garenspinnerij hadden hierin een belangrijk aandeel. In 1855 werd het station Gouda in gebruik genomen aan de nieuwe spoorlijn Utrecht - Rotterdam. Vijftien jaar later volgde ook de spoorverbinding met Den Haag. In het begin van de 20e eeuw, begon de stad met uitbreiden buiten de singels. De wijken Korte Akkeren, Kort Haarlem en Kadebuurt werden in de eerste helft van deze eeuw gebouwd.

In de Tweede Wereldoorlog was Gouda door zijn strategische ligging aan water-, auto- en spoorwegen een doelwit van bombardementen door de geallieerden. In 1944 werd het station getroffen tijdens zo'n bombardement, dat bedoeld was om de spoorweg te vernietigen die Den Haag en Rotterdam verbindt met Utrecht. In het totaal vielen er bij de bombardementen in Gouda 45 doden. Van de Goudse Joden werden er 328 vermoord tijdens de bezetting, slechts 40 overleefden de Holocaust.

Na de bezetting breidde Gouda zich verder uit en werden de wijken Oosterwei, Bloemendaal en Goverwelle gerealiseerd. In 1940 werd met de demping van de Nieuwehaven een begin gemaakt met het dichten van de grachten in de binnenstad. Na de Tweede Wereldoorlog werden ook de Raam, het Nonnenwater, de Naaierstraat en de Achter de Vismarkt gedempt. Mede door de protesten vanuit de burgerij en de veranderde inzichten bij stedenbouwkundigen werd echter niet verder gegaan met het dempen van de historisch waardevolle stadsgrachten. In 1977 verdween de wekelijkse varkensmarkt, de grootste in Nederland, uit de stad. De wekelijkse kaasmarkt op donderdag bleef alleen als toeristisch fenomeen gehandhaafd. Het huidige hoofdstation is gebouwd in 1984, maar het gebied rond het station, de Spoorzone, wordt anno 2015 onder handen genomen. Tevens breidt de stad na de realisering van Goverwelle in de jaren 80 en 90 weer uit met de wijk, Westergouwe.

Geografie

Gouda ligt in het oosten van de provincie Zuid-Holland en is onderdeel van de metropoolregio Randstad. De gemeente heeft goede verbindingen met de grote steden binnen en buiten de Randstad, maar ligt toch in een natuurlijk, landelijk gebied: het Groene Hart. Bij Gouda komen de Hollandse IJssel en de Gouwe samen. In de omgeving van Gouda liggen de drie grote steden Den Haag, Rotterdam en Utrecht. De stad maakt deel uit van het COROP-gebied Oost-Zuid-Holland en ligt in het Hoogheemraadschap van Rijnland.

Gouda kent vier buurgemeenten. In het noordoosten en langs de Reeuwijkse plassen grenst de gemeente aan Bodegraven-Reeuwijk. In het noordwesten is de A12 de scheidslijn tussen Gouda en Waddinxveen. In het zuidwesten, grenzend aan Zuidplas, ligt een van de weinige stukken landelijk gebied die binnen de gemeentegrenzen van Gouda vallen. In het zuiden grenst Gouda aan de gemeente Krimpenerwaard.

De gemeente Gouda heeft een oppervlakte van slechts 18,10 km², waarvan 16,92 km² land. De gemeentegrenzen van Gouda vallen vrijwel samen met de stadsgrenzen. Rond 2010 kwam Gouda in beeld om samengevoegd te worden in het kader van gemeentelijke herindelingen. Nadat de bevolking van Waddinxveen zich in 2010 per referendum in grote meerderheid uitsprak tegen samenvoeging met Gouda, is deze optie van de baan.

Geologie en landschap
De binnenstad van Gouda ligt op een kleiige ondergrond. Een groot deel van de stad ligt op een zachte veengrond. Deze slappe bodem zorgt ervoor voor dat delen van de stad door inklinking voortdurend verzakken. Maatregelen om deze verzakkingen tegen te gaan kosten de stad veel geld en hebben van Gouda zelfs lange tijd een Artikel 12-gemeente gemaakt.

Gouda wordt grotendeels omringd door natuur, in de vorm van weilanden en polders. De Krimpenerwaard, gelegen ten zuiden van de stad, grenst nagenoeg direct aan de Binnenstad. Aan de westkant ligt de droogmakerij de Zuidplaspolder. Hieronder valt ook het gebied binnen de gemeentegrenzen ten westen van de Gouwe: daar liggen de buurtschappen Broek, Broekhuijzen en Thuil en daar bestaat het landschap nog voornamelijk uit weiland. De te ontwikkelen woonwijk Westergouwe zal hier verandering in brengen. Met Westergouwe breidt Gouda zich uit tot aan de grens met Moordrecht, onderdeel van de gemeente Zuidplas.

Wateren
Gouda ligt aan twee grote rivieren: aan de zuidkant grenst de stad aan de Hollandse IJssel en ten westen van de stad ligt de Gouwe.

Met name in het verleden hebben beide rivieren een grote rol gespeeld in de geschiedenis van Gouda en de vaarverbindingen tussen Vlaanderen en Nederland. Die verbinding door de binnenwateren werd binnen doer of binnen dunen genoemd en was een veilig alternatief voor de route over de Noordzee. De schepen voeren door de binnenstad van Gouda en moesten daar niet alleen tol betalen, maar zorgden met hun aanwezigheid ook voor bedrijvigheid in de stad. Hoewel het belang van Gouda en de vaarverbinding in de loop der eeuwen afnam, kreeg de scheepvaart met steeds meer problemen te maken. De wachtduur voor het passeren van de sluizen en de grootte van de schepen maakten een omlegging van de route noodzakelijk. In 1936 werd daartoe het Gouwekanaal in gebruik genomen. Het scheepverkeer hoeft sindsdien niet meer via de Havensluis of de Mallegatsluis door de binnenstad te varen, maar kan gebruikmaken van de Julianasluis in het Gouwekanaal.

De Gouwe en de Hollandse IJssel zijn beide populaire rivieren voor de beroepsvaart en de pleziervaart. Fysiek vormen de twee rivieren ook de begrenzing van de stad: de bebouwing houdt vooralsnog nagenoeg op buiten deze wateren. Het spoorverkeer tussen Gouda en het westen van het land maakt bij het oversteken van de Gouwe gebruik van de twee Gouwespoorbruggen.

Wijkoverzicht
De gemeente Gouda is verdeeld in negen wijken. De historische kern van Gouda bevindt zich in de wijk Binnenstad. Het gebied binnen de singels biedt plaats aan veel winkels en horeca en is het podium voor evenementen als de Oranjenacht, de Singelloop en Kaarsjesavond. Meer historische buurten zijn te vinden in de omgeving van de binnenstad, al heeft het lang geduurd voordat de stad werkelijk buiten de singels begon te bouwen.

Een van de oudste delen van de stad buiten de singels van Gouda is de wijk Korte Akkeren, die werd opgeleverd rond 1900. Korte Akkeren ligt ten westen en zuidwesten van het centrum en wordt bijna geheel door water ontsloten. In Korte Akkeren ligt ook het industrieterrein Kromme Gouwe. Verder naar het westen liggen veel polders, waarvan een deel hoort bij de Oostpolder in Schieland.

Ten noordwesten van de binnenstad, die voor het grootste deel door singels wordt omringd, ligt Nieuwe Park, dat deel uitmaakt van de wijk Binnenstad, maar zelf ook weer is onderverdeeld in een oost- en westgedeelte. Nieuwe Park wordt soms ook als aparte wijk gezien. In het westen ligt het bedrijventerrein Gouwe Spoor, in het oosten een aantal scholen, woningen en het hoofdstation. Aan en in de directe omgeving van het Van Bergen IJzendoornpark staan enkele royale herenhuizen, opgetrokken in verschillende stijlen.

Aan de andere kant van het spoor ligt Bloemendaal, dat opgeleverd werd in de jaren 70 van de 20e eeuw en circa 9.100 inwoners heeft. In Bloemendaal bevinden zich het bedrijventerrein Goudse Poort, een sportcomplex en de hoofdlocatie van het Groene Hart Ziekenhuis. Ter hoogte van de Bloemendaalseweg ligt de grens tussen Bloemendaal en de naastgelegen wijk Plaswijck, de grootste wijk van de stad met bijna 13.000 inwoners. Bloemendaal en Plaswijck delen een winkelcentrum en vormen samen met de wijk Gouda Noord, inclusief Achterwillens het gebied ten noorden van het spoor. Aan de noordoostrand grenst de stad aan de Goudse Hout en de Reeuwijkse plassen. Hierbuiten beginnen de weilanden die Gouda omringen en op sommige plaatsen zelfs nog in de stad zelf terug zijn te zien. De Bloemendaalseweg en de Voorwillenseweg zijn allebei wegen met een landelijk aandoend karakter, hoewel ze inmiddels voor een groot deel door nieuwbouw worden omgeven.

Weer ten zuiden van het spoor bevindt zich de wijk Kort Haarlem. Het westelijke deel van Kort Haarlem is gelegen tussen de binnenstad en de Joubertstraat. Hoewel het grootste deel van de huizen hier dateert van de eerste helft van de 20e eeuw, zijn er ook nog enkele historische panden te vinden, in het bijzonder langs de Karnemelksloot. Gouda Oost, dat onder meer de buurt Oosterwei omvat, maakt ook deel uit van Kort Haarlem. De wijk grenst aan de Hollandse IJssel, die de naastgelegen wijk Stolwijkersluis van de rest van Gouda afsluit. Met slechts 410 inwoners is dit een zeer dunbevolkte wijk. De nieuwste woonwijk werd in de jaren tachtig en negentig gerealiseerd in het zuidoosten van Gouda en heet Goverwelle. Dit is ook de dichtst bevolkte wijk, met een bevolkingsdichtheid van gemiddeld 79 inwoners per hectare.

Verdere ontwikkelingen vinden vooral plaats aan de westrand van de stad, waar de wijk Westergouwe verrijst, en in het stationsgebied. In dit gebied, beter bekend als de Spoorzone, zijn het gemeentehuis en een bioscoop ondergebracht. Voor verdere invulling zijn een hotel, parkeergarage, winkelcentrum en enkele kantoren gepland.

Parken en natuurgebieden
Hoewel Gouda voor een groot deel door natuur wordt omgeven, ligt de oppervlakte aan groen binnen de gemeente onder het landelijk gemiddelde. Er zijn wel natuurgebieden, maar deze liggen voornamelijk aan de rand van de gemeente of er net buiten, zoals de natuur- en recreatiegebieden Noorderhout en de Geluidswal langs de A12. Aan de oostkant van de stad liggen de Goudse Hout -een verkaveld groengebied- en het Steinse Groen, gelegen langs de wijk Goverwelle. Bovendien ligt ten noordoosten van de stad in de buurgemeente Bodegraven-Reeuwijk een uitgestrekt merengebied, de Reeuwijkse plassen. Deze veenplassen zijn in de 18e eeuw ontstaan door de turfwinning en hebben inmiddels een recreatieve functie gekregen. In de zomer is het mogelijk hier te zwemmen, te zeilen of te varen; in strenge winters kan op de plassen geschaatst worden. Naar het oordeel van Gouwenaars zijn de binnenstad, de Korte Akkeren en Goverwelle het minst groen.

Als de nog te bouwen woonwijk Westergouwe en het aanliggende bedrijventerrein Gouwepark zijn voltooid, zal Gouda ook binnen de stad zelf een groot groen gebied hebben. De Oostpolder in Schieland en het aangrenzende natuurgebied 't Weegje - dat overigens niet bij Gouda, maar bij buurgemeente Waddinxveen hoort - liggen nu nog aan de rand van de bebouwing, maar liggen straks als 'landschapspark' binnen de stedelijke omgeving.

In de binnenstad bevinden zich in de nabijheid van de Sint-Janskerk de Vroesentuin, tot 1832 het kerkhof, en de Catharinatuin bij Museum Gouda met een permanente beeldenexpositie. Langs de stadssingels, eveneens in de binnenstad, bevinden zich het Houtmansplantsoen en het Regentesseplantsoen. De vroegere burgemeester Albertus Adrianus van Bergen IJzendoorn schonk zijn tuin aan de gemeente. Deze tuin werd bij het Houtmansplantsoen gevoegd. Ook schonk hij een legaat aan de gemeente en hiermee werd rond 1900 het Van Bergen IJzendoornpark aangelegd. Dit park werd in de zogenaamde landschapsstijl aangelegd. In 1910 werd het park uitgebreid met het meer symmetrisch aangelegde Nieuwe Park. In de wijk Bloemendaal werd in de zeventiger jaren van de 20e eeuw op een voormalige huisvuilstortplaats het Groenhovenpark aangelegd. Aan de achterzijde van het Groene Hart Ziekenhuis bevindt zich, eveneens in Bloemendaal, het Park Atlantis.

Demografie

In de middeleeuwen groeide Gouda uit tot een grote en belangrijke stad in Holland. Rond 1477 bereikte het inwonertal een voorlopig hoogtepunt van ruim 10.000, mogelijk 13.000 inwoners. Daarna nam het aantal inwoners echter sterk af en bleef de omvang van de stad lange tijd gelijk. Ook in de eeuwen die volgden verliep de bevolkingsgroei in Gouda, als daar al sprake van was, maar traag, in tegenstelling tot veel andere Hollandse steden. In 1572 had Gouda nog ongeveer evenveel inwoners als een eeuw eerder, in 1622 was het bevolkingsaantal toegenomen tot 14.880, maar ook daarna bleef Gouda niet doorgroeien.

Aan het begin van de 20e eeuw had Gouda de grens van 20.000 inwoners inmiddels overschreden. Toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak was het aantal van 30.000 reeds gepasseerd. Na de Tweede Wereldoorlog bleef de stad groeien, het bevolkingscijfer steeg van circa 35.000 naar 46.000 inwoners in 1970. Twintig jaar later, in 1990, woonden er meer dan 64.000 mensen in Gouda. Tot het eind van de jaren 90 groeide de stad nog redelijk snel door. Vanaf dat moment groeide het inwoneraantal nog maar traag tot een voorlopig hoogtepunt van 71.799 inwoners op 1 januari 2004.

Van 2004 tot en met 2008 is de bevolking licht gekrompen, maar is daarna wederom zeer licht gaan groeien. De verwachting is dat ook in de toekomst een groei zal plaatsvinden, met name dankzij een aantal nieuwbouwprojecten: tot 2020 worden naar verwachting ongeveer 6.290 nieuwe woningen gebouwd, waaronder 3.740 in Westergouwe. Verwacht wordt dat het bevolkingscijfer toe zal nemen tot 79.578 in 2020 en 81.613 in 2025. Daarbij is er onduidelijkheid over eventuele gebiedscorrecties of fusies met buurgemeenten, die de groei van de gemeente nog verder zouden kunnen bevorderen.

Dialect

Het stadsdialect van Gouda is het Gouds. Het Gouds behoort tot de Hollandse dialecten.

De Gouwenaar was niet in staat om de h uit te spreken. Dat werd duidelijk gemaakt met het zinnetje: en ontjie in en okkie mi wat ôôj der in èn en èkkie der vôôr (= een hondje in een hokje met wat hooi er in en een hekje ervoor). In de loop van de twintigste eeuw verdween het Goudse dialect geleidelijk naar de achtergrond. De invoering van de leerplicht en de daarmee gepaard gaande verbetering van het onderwijspeil en de uitbreiding van de stad met de komst van nieuwe bewoners maakten dat het zuivere Goudse dialect nauwelijks meer gesproken wordt.

Stedenbanden

Gouda heeft drie partnersteden in het buitenland.

De oudste jumelage heeft Gouda met de Noorse stad Kongsberg, sinds 1956. Een jaar later werd ook met de Klingenstadt Solingen in Duitsland een officiële vriendschapsband gesloten. Het Engelse Gloucester werd in 1972 de derde zusterstad van Gouda. De jumelages met deze steden zijn op verschillende plaatsen in de stad terug te vinden. Zo heeft de stad een Solingenstraat, een Gloucesterstraat en een Kongsbergstraat. De kerstboom op de Markt wordt sinds 1956 jaarlijks geschonken door zustergemeente Kongsberg.

Naast deze officiële partnersteden onderhoudt Gouda informele banden met verschillende steden. Zo is er een vriendschappelijke relatie met Imzouren (Marokko). Na een zware aardbeving in 2004 werd vanuit Gouda bijgedragen aan de wederopbouw van een school in deze plaats. Een andere informele band bestaat sinds 2004 met de stad Elmina in Ghana, dankzij een vanuit de VNG gestarte projectrelatie. Deze samenwerking is vooral gericht op het thema milieu, in het bijzonder de afvalproblematiek van de Ghanese stad.

Symboliek

Het gemeentewapen van Gouda bestaat uit een schild, vastgehouden door twee leeuwen, waarop tweemaal drie zespuntige sterren zijn aangebracht. Het wapen vindt waarschijnlijk zijn oorsprong in het familiewapen van de heren Van der Goude, die een belangrijke rol hebben gespeeld in de geschiedenis van Gouda. Op 24 juli 1816 werd het gemeentewapen officieel door de Hoge Raad van Adel bevestigd. Het motto dat de stad voert luidt: "Per aspera ad astra" (Door de doornen naar de sterren). Bij de vastlegging werd het wapen als volgt omschreven: "In rood een paal van zilver, ter weerszijden vergezeld van drie paalsgewijs geplaatste zespuntige sterren van goud. Het schild gedekt met een vijfbladige kroon van goud en omgeven door een doornenkrans; en vastgehouden door twee omziende leeuwen van natuurlijke kleur. Onder het wapen de spreuk "Per aspera ad astra"."

De vlag van Gouda heeft drie gelijke horizontale banden in de kleuren rood, wit en rood. De drie balken zijn - een kwartslag gedraaid en aangevuld met de zes zespuntige sterren - terug te zien in het stadswapen.

Cultuur

Bezienswaardigheden
Een gedeelte van Gouda is een beschermd stadsgezicht. Het heeft een historisch centrum met enkele bekende bouwwerken en een grachtenstelsel. Dit grachtenstelsel was in het verleden uitgebreider, maar tussen de jaren 30 en de jaren 60 is een deel van de grachten om economische redenen gedempt. Rond 2007 gingen er stemmen op om een aantal van deze gedempte grachten weer open te graven, maar of dit ook echt gaat gebeuren is onzeker. In een verder verleden heeft de stad ook verdedigingswerken, een aantal stadspoorten en zelfs een kasteel gehad, maar hier is nog maar weinig van terug te zien. Toch heeft Gouda in totaal nog altijd 330 rijksmonumenten, waarvan het oude stadhuis en de Sint-Janskerk waarschijnlijk de bekendste zijn. De top van de Gouwekerk is met 80 meter het hoogste punt van de stad.

De Markt vormt het middelpunt van de historische binnenstad. In het midden van dit waaiervormige centrale plein bevindt zich het oude stadhuis op de Markt. Het stadhuis, gebouwd uit natuursteen na de laatste grote stadsbrand tussen 1448 en 1450, is een van de oudste gotische stadhuizen van Nederland. Het stadhuis is aan meerdere kanten opgesierd met oude beelden en reliëfs. Aan de zijkant van het gebouw bevindt zich een klokkenspel van recenter datum dat om het halfuur klinkt en een kort schouwspel laat zien dat het verkrijgen van stadsrechten symboliseert. Eveneens op de Markt staat de 17e-eeuwse Waag. Dit bouwwerk werd gebouwd in 1668 naar een ontwerp van architect Pieter Post en had lange tijd een belangrijke functie als weegplaats voor kazen. Vroeger zat de VVV in deze kaaswaag, later vestigde zich het Kaas- en Ambachtenmuseum in het gebouw. De rest van de markt wordt voornamelijk ingenomen door historische panden, die restaurants, cafés en winkels herbergen.

Het gebouw is met 123 meter het langste kerkgebouw van Nederland en is vooral bekend vanwege de gebrandschilderde ramen, ook wel bekend als de "Goudse Glazen". De gotische kruiskerk behoort tot de Top 100 van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg. Ten zuidoosten van de Sint-Janskerk liggen ook nog het Willem Vroesenhuis, het voormalige Weeshuis en de Jeruzalemkapel. Ten zuiden van de kerk ligt aan het straatje Achter de Kerk het voormalige hospitaal en tegenwoordige stadsmuseum Catharina Gasthuis. De toegang tot de museumtuin wordt gevormd door het Lazaruspoortje, dat een reliëf bevat van beeldhouwer Gregorius Cool.

Langs de straat Achter de Kerk loopt een smalle gracht. Deze loopt onder de bebouwing door en komt dan uit bij de Gouwe en de Haven. Dankzij de bedrijvigheid rond de scheepvaart in het verleden staat in deze straten een groot aantal monumentale bouwwerken. Zo liggen aan weerszijden van de Gouwe de 'Visbank' en de 'Korenbeurs', die beide als vismarkt hebben gefunctioneerd. Aan de zijde van de Gouwe waar ook de Korenbeurs zich bevindt, de Hoge Gouwe genaamd, staat ook de twintigste-eeuwse St. Jozefkerk of Gouwekerk. Deze neogotische kruiskerk is gebouwd in 1904 en de gedeeltelijk open torenspits vormt het hoogste punt van zowel het historische centrum als van de gehele stad. De Hoge en Lage Gouwe herbergen nog enkele kerken. Halverwege de Hoge Gouwe bevindt zich het, door pastoor Petrus Purmerent als schuilkerk verkregen, kerkgebouw van de oudkatholieke parochie van St. Jan Baptist. Purmerent kocht in de periode van 1630 tot 1661 diverse woningen aan de Gouwe en de Raam, in 1684 werd dit complex nog uitgebreid door Jacob Catz. De verbouwing van deze kerk werd in de jaren erna voltooid door pastoor Ignatius Walvis. Op de hoek van de Hoge Gouwe en de Keizerstraat stond de voormalige schuilkerk van de remonstrantse gemeente, thans resteert van de later nieuwgebouwde kerk alleen nog het portaalgebouwtje. Eveneens aan de Hoge Gouwe bevindt zich, tegenover de Turfmarkt, de toegang tot de in 1928 gebouwde, achter een woning gelegen christelijke gereformeerde kerk. Op de hoek van de Lage Gouwe en de Lange Groenendaal staat de vijftiende-eeuwse St. Joostkapel, bij het voormalige Sint-Joostgasthuis van het zakkendragersgilde. Deze kapel wordt sinds 1683 gebruikt door de evangelisch-lutherse gemeente.

De Turfmarkt is net als de Gouwe en de Haven een van de grotere grachten met aan weerszijden diverse monumentale bouwwerken. Aan de noordzijde bevinden zich onder andere de Turfmarktkerk en het Verzetsmuseum Zuid-Holland in een voormalig bankgebouw. Aan de andere zijde bevindt zich de voormalige synagoge, tegenwoordig een kerkgebouw van de Vrije Evangelische Gemeente. Zowel de synagoge als het verzetsmuseum zijn beschermd als rijksmonument. Een ander noemenswaardig pand staat aan de Naaierstraat 6. Dit pand is een laatgotisch huis dat beter bekendstaat als De vier gekroonden, naar het gelijknamige fries dat zich op de gevel bevindt. Het pand staat evenals de Sint Janskerk op de Top 100 van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg.

Zoals enkele andere historische Nederlandse steden beschikt ook Gouda over een aantal hofjes. De stad had in 1750 21 hofjes, maar een deel hiervan is inmiddels gesloopt. Hofjes bestonden uit een verzameling kleine huisjes rond een gemeenschappelijke binnenplaats en dienden als onderkomen voor ouderen of armen. Aan de Nieuwehaven bevinden zich twee van deze hofjes, die allebei dateren uit de zeventiende eeuw: het Hofje van Cincq en het Hofje van Letmaet. Een ander hofje is het Swanenburgh's hofje aan de Groeneweg aan de andere kant van de binnenstad.

Zowel binnen als buiten het centrum ligt een netwerk van sluizen. In het verleden had Gouda een belangrijk deel van de economische voorspoed te danken aan de ligging en de sluizen. Op het traject dat het water door de binnenstad tussen de Hollandse IJssel en de Gouwe aflegt ligt zelfs de langste schutsluis van Europa. In de Hollandse IJssel bevinden zich verder de Waaiersluis en Julianasluis. De Mallegatsluis vormt de verbinding tussen de Hollandse IJssel en de Turfsingel. Aan het einde van de Oost- en Westhaven staat bij de inmiddels gesloten Havensluis Het Tolhuis en de bijbehorende sluiswachterswoning. Hier voeren de schepen uit de richting van Rotterdam de stad binnen langs de immer aanwezige sluisdeuren.

Voorts zijn er vier molens in Gouda te zien: de Roode Leeuw, 't Slot, de Haastrechtse Molen en de in 2010 herstelde Mallemolen. In het verleden heeft Gouda in totaal meer dan twintig molens geteld, waarvan nu enkel de vier genoemde molens restten. Ten zuiden van de binnenstad bevindt zich tussen de Schielands Hoge Zeedijk en de Hollandse IJssel de negentiende-eeuwse Watertoren. Gouda bezit tot slot vier begraafplaatsen, waarvan Crematorium en Begraafplaats IJsselhof de grootste is. De Joodse begraafplaats, de Oude Begraafplaats en de Rooms-Katholieke Begraafplaats Gouda zijn allemaal van kleiner formaat en dateren uit de negentiende eeuw.

Gouda beschikt over enkele musea. Museum Gouda is een museum met onder meer altaarstukken uit de 16e eeuw, 19e-eeuwse schilderijen uit de Arntzeniuscollectie (Haagse School en de School van Barbizon) en een uitgebreide collectie Gouds plateel. Sinds 2012 heeft Museum Gouda ook een stadsmaquette waarop Gouda in het jaar 1562 op schaal 1 op 350 nauwkeurig is nagebouwd. In het monumentale pand bevinden zich verder onder meer een oude stadsapotheek, de chirurgijnsgildekamer en een kelder met martelwerktuigen.

Musea
Naast Museum Gouda zijn er andere musea in de stad. In Museumhaven Gouda liggen bewoonde monumentale schepen, het Verzetsmuseum Zuid-Holland aan de Turfmarkt is een museum over het Zuid-Hollandse verzet in de Tweede Wereldoorlog en in de Waag aan de Markt bevindt zich het Goudse Kaas- en Ambachtenmuseum. Het in 2011 gesloten Nationaal farmaceutisch museum was gevestigd aan de Westhaven, in het gebouw 'De Moriaan'.

Economie

Gouda heeft een totaal van 2.720 ondernemingen, waarvan het grootste deel in de zakelijke diensten en detailhandel. Er zijn in Gouda ongeveer 32.500 banen, waarvan het merendeel in de gezondheidszorg. De stad zelf heeft een potentiële beroepsbevolking van ongeveer 40.000 mensen, waarvan ongeveer twee derde ook daadwerkelijk werkzaam is.

Bedrijvigheid
Gouda heeft in het verleden veel profijt gehad van haar gunstige ligging aan een belangrijke vaarroute. Deze route voerde scheepvaartverkeer van de Zuiderzee naar Vlaanderen. Gouda had daarnaast ook een aantal sluizen, die de schippers tijdelijk ophielden. Deze wachtende schippers zorgden voor bedrijvigheid in de haven en aan de kaden. Tegelijkertijd profiteerde de stad van de lakennijverheid, die in de vijftiende eeuw floreerde. Daarnaast bloeide de bierindustrie op, aan het eind van de vijftiende eeuw had de stad meer dan 150 bierbrouwerijen en werden miljoenen liters kuitbier uitgevoerd. Vanaf circa 1500 begon ook de kaashandel zich in Gouda te ontwikkelen.

Vanaf het laatste kwart van de zestiende eeuw kreeg de stad echter te maken met economische tegenspoed. Gouda had zwaar te lijden onder de Tachtigjarige Oorlog: veel brouwerijen werden gesloten, de lakenindustrie verdween en de handel viel stil. De stad herstelde zich weer in de zeventiende eeuw, dankzij de opkomst van de pijpen- en aardewerkindustrie en de touw- en garenspinnerij. Na enkele conjunctuurschommelingen kreeg de stad vanaf 1730 echter opnieuw te maken met een grote economische terugval, die ruim een eeuw zou duren. Het herstel volgde in de tweede helft van de negentiende eeuw: bedrijven als de Stearine Kaarsenfabriek en de Machinale Garenspinnerij speelden daarbij een belangrijke rol.

De Goudse economie is divers te noemen, met zowel chemische als zakelijke bedrijven. Het grootste deel van de bedrijfslocaties ligt in het zuiden en westen van de stad, langs de Hollandse IJssel, de Gouwe en de A12. Veel bedrijven zijn geconcentreerd in de kantoorgebieden Goudse Poort en Gouwe Park. Een aantal industriële bedrijven is aan het water gevestigd, zoals het chemiebedrijf Croda (de opvolger van de Stearine Kaarsenfabriek) en producent van vuurvaste materialen Gouda Refractories (voorheen Gouda Vuurvast).

Onder andere De Goudse Verzekeringen, Centric, Bacardi Nederland, Sanofi-Aventis, Technolution en Multi Vastgoed hebben hun kantoor in Gouda.

Streekproducten
Gouda dankt haar naamsbekendheid voornamelijk aan een vijftal producten: kaas, kaarsen, aardewerk, stroopwafels en pijpen.

Het bekendste product uit Gouda is ongetwijfeld de Goudse kaas. Al sinds de middeleeuwen worden er op de weekmarkt van Gouda kazen verhandeld, die in boerderijen in de regio gemaakt werden. In de 16e eeuw woedde er een heuse 'kaasoorlog' tussen Schoonhoven en Gouda toen keizer Karel V Schoonhoven toestemming gaf om kaas te verhandelen. Na een slepend conflict trok Gouda aan het langste eind. De kaasmarkten hebben tot ver in de twintigste eeuw in Gouda plaatsgevonden. De volvette kaas dankt zijn naam aan het feit dat hij in Gouda werd verhandeld, waarbij het stadsbestuur zorgde voor een kwaliteitscontrole. De kazen werden in de Waag gewogen. Door de opkomst van zuivelfabrieken verloor deze markt haar betekenis. Nu is er nog slechts sprake van een vanwege het toerisme in stand gehouden kaasmarkt. De soortnaam en vorm van de Goudse kaas zijn niet beschermd, waardoor veel kazen die verkocht worden als 'Goudse kaas' in werkelijkheid elders zijn gemaakt. Wel gaan er stemmen op om het product beter te beschermen.

Naast de Goudse kaas genieten ook de Goudse kaarsen bekendheid. De in 1853 door Andrinus Antonie Gijsbertus van Iterson samen met een tweetal anderen gestichte Stearine Kaarsenfabriek zorgde lange tijd voor veel werkgelegenheid in Gouda. Tevens werd de "Goudse kaars" een belangrijk exportartikel. Het Gouds aardewerk is dan weer ontstaan uit de pijpenindustrie, die vanaf het begin van de 17e eeuw een belangrijke vorm van werkgelegenheid vormde. In de tweede helft van de twintigste eeuw is de plateelindustrie grotendeels uit Gouda verdwenen, deels door vertrek en deels door faillissementen. Ten slotte zijn er de Goudse stroopwafels. Deze worden al sinds het eind van de 18e eeuw in Gouda gebakken. Er bestaan diverse - door de Goudse bakkers geheimgehouden - recepten voor de stroopwafel.

Winkels en markten
De binnenstad van Gouda huisvest een verscheidenheid aan winkels. Het grootste deel van de winkels is gevestigd in het noorden van de binnenstad. Bekende winkelstraten zijn de Kleiweg en de Tiendeweg. In het noordoosten van de binnenstad zit ook het winkelcentrum de Nieuwe Markt Passage. De wijken Goverwelle en Bloemendaal beschikken daarnaast over een eigen winkelcentrum. In totaal zijn er meer dan 500 winkels in Gouda, waarvan er ongeveer 400 in de Binnenstad te vinden zijn. Gouda kent drie bedrijven met het predicaat Hofleverancier: Tabakszaak van Vreumingen (5 oktober 2011), Banketbakkerij van Dijk & Zn (4 september 2015), De Producent (18 september 2015).

Al sinds enige eeuwen worden in Gouda diverse markten georganiseerd: naast de bekende kaasmarkt heeft de stad in het verleden onder andere een varkensmarkt en een paardenmarkt gehad. De straatnamen Achter de Vismarkt, Turfmarkt en Nieuwe Markt herinneren nog aan dit marktverleden. Ten slotte heeft de stad in de eerste helft van de twintigste eeuw enige tijd een groenteveiling gehad aan de Houtmansgracht. Nog altijd heeft Gouda drie wekelijkse markten. De grootste en bekendste vindt plaats op het centrale Marktplein. Naast de normale markt wordt hier in de zomer nog iedere donderdagochtend een kaasmarkt gehouden. Daarnaast hebben de winkelcentra Goverwelle en Bloemendaal allebei een wekelijkse markt.

Toerisme

Jaarlijks wordt Gouda ongeveer 1,4 miljoen maal bezocht. Met een gemiddelde uitgave van ? 38 per bezoek is de omzet van bezoekers aan Gouda in 2007 ruim ? 54 miljoen. Van de bezienswaardigheden in Gouda wordt de Sint-Janskerk het meest bezocht. In 2008 had de kerk ongeveer 50.000 bezoekers. MuseumgoudA had in hetzelfde jaar ruim 40.000 bezoekers. Ook evenementen als de Goudse kaasmarkt, Kaarsjesavond en "Gouda bij Kunstlicht" trekken veel bezoekers: het laatstgenoemde evenement was in 2008 goed voor 65.000 bezoekers. De kaasmarkt wordt door 70.000 mensen bezocht.

Gouda telt momenteel drie hotels, allemaal van twee- of driesterrenniveau. Deze hebben een totale capaciteit van 85 hotelkamers. Op het Bolwerk bevindt zich een Best Western-viersterrenhotel met een capaciteit van 101 kamers.

Hiernaast staat een overzicht van de ontwikkeling van het aantal toeristen en hun uitgaven. Daarin is te zien dat het aantal bezoekers de afgelopen jaren is gestegen en ook het totale aantal bezoeken omhoog is gegaan. In 2010 was de bezoekfrequentie ongeveer 2,8 keer per toerist. De gemiddelde besteding per toerist lag in de periode 2004-2010 op ongeveer veertig euro, en de totale jaarlijkse bestedingen kwamen uit tussen de veertig en zestig miljoen euro.

BurgemeesterDhr. Milo Schoenmaker
AdresBurgemeester Jamesplein 1, 2803PG GOUDA
Postbus1086, 2800BB GOUDA
Telefoon0182-588444
E-mailgemeente@gouda.nl
Websitewww.gouda.nl
Inwoners71400
Oppervlakte18 km2

Bedrijf zoeken


Gouda video's
Gouda foto's
Gouda nieuws
Gouda linken